Nog één keer mag hij spreken, DE ZOON.
Honderduit mondgebroken gefluister.
En als er iemand luistert,
Dan bestaat hij.
Nog een laatste keer!
Want écht bestaan… doet hij niet meer.
Honderduit mondgebroken gefluister.
En als er iemand luistert,
Dan bestaat hij.
Nog een laatste keer!
Want écht bestaan… doet hij niet meer.
Wat had hij graag gewoordspekeld.
De hele tijd.
Van ochtendzucht tot avondval.
De hele tijd.
Van ochtendzucht tot avondval.
Met DE VADER bijvoorbeeld…
Maar bij hem zat alles draaidekselvast.
Maar bij hem zat alles draaidekselvast.
Of liever nog, met DE MOEDER.
Maar zij liep uit het zicht en hart ver
Maar zij liep uit het zicht en hart ver
Zelfs met DE VROUW.
Nooit meer allenig op de wereld!
Nooit meer allenig op de wereld!
Of met HET DORP.
De kletsklap van de kletskop.
De kletsklap van de kletskop.
Met HET LIEF kon het.
Alles op de tafelplank.
In talig tonggedraai.
Alles op de tafelplank.
In talig tonggedraai.
Maar toch bleef alles stil.
Muizenissig stil.
Muizenissig stil.
Tekst/ Sven Ronsijn
Regie/ Jelle Marteel
Spel/ Lore Dejonckheere, Kurt Defrancq, Els Trio
Poppen/ Filip Peeters
Kostuums/ Chris Snik
Scenografie en techniek/ Rupert Defossez
Regie/ Jelle Marteel
Spel/ Lore Dejonckheere, Kurt Defrancq, Els Trio
Poppen/ Filip Peeters
Kostuums/ Chris Snik
Scenografie en techniek/ Rupert Defossez